Inleiding Vrije Software, Vrije Maatschappij: Gebundelde artikelen van Richard M. Stallman
door Lawrence Lessig [*]Iedere generatie heeft zijn filosoof — een schrijver of artiest die de tijdgeest aanvoelt en vastlegt. Soms worden deze filosofen als zodanig erkend; vaak gaan er generaties overheen voordat het besef doordringt. Maar erkend of niet, een tijdperk wordt gedefinieerd door de personen die daarin hun idealen verwoorden. Of dit nu gaat via een bescheiden gedicht of een complete politieke beweging.
Onze generatie heeft een filosoof. Hij is geen artiest, noch een professioneel schrijver. Hij is een programmeur. Richard Stallman startte in de laboratoria van het MIT, als programmeur en architect van besturingssystemen. Hij heeft zeer publiekelijk carriére gemaakt en was de stichter, architect en programmeur van een vrijheidsbeweging, in een wereld die steeds meer gedomineerd wordt door “code”.
“Code” is de technologie die computers aan het werk zet. Of dit nu vastgelegd is in software of geëtst in hardware, het is die verzameling instructies, allereerst vastgelegd in woorden, die de functionaliteit van de machine bepalen. Deze machines — computers — bepalen meer en meer ons leven. Ze bepalen hoe telefoons worden doorverbonden en wat er op TV te zien is. Ze bepalen of video door een breedbandverbinding kan worden gestuurd naar een andere computer. Ze bepalen wat een computer terug rapporteert aan de fabrikant. Deze machines sturen ons. Code stuurt de machines.
Hoeveel grip moeten we op die code hebben? Hoeveel moeten we ervan begrijpen? Hoeveel vrijheid moet er zijn om tegenwicht te bieden aan die controlerende macht? Welke macht?
Deze vragen hebben Stallman's leven bepaald. Via zijn woorden en daden dwingt hij ons het belang van “vrije” code in te zien. Niet vrij in de zin dat programmeurs er niet voor betaald hoeven te worden (“free” kan in het Engels ook gratis betekenen) maar vrij in de zin dat de gemaakte sturing transparant is en dat iedereen dit kan bekijken en naar willekeur kan veranderen. Dat is “vrije software”; “Vrije software” is een antwoord op een wereld die bestaat uit code.
“Vrij.” Stallman betreurt de dubbele betekenis. Er valt niets te treuren. Puzzels laten mensen nadenken, en het begrip “vrij” (“free”) maakt er een mooie puzzel van. Voor Amerikaanse begrippen klinkt “vrije software” utopisch, onmogelijk. Niets is gratis, alleen de zon. Hoe bestaat het dat die belangrijke woorden die die essentiële machines sturen die de wereld laten draaien, “vrij” zijn? Hoe kan een nuchtere samenleving dit ideaal nastreven?
Maar, de betekenis van het woord “vrij” is iets wat wij er aan geven. “Vrij” heeft meerdere betekenissen, waarvan er slechts ééntje slaat op de “prijs”. Een veel fundamenteler betekenis is de “vrij” van vrijheid of, zoals Stallman zegt, vrijheid van meningsuiting of, wellicht nog beter, vrijheid van arbeid. Niet vrij als in gratis maar vrij als in vrij van teveel sturing en controle door anderen. Van vrije software is de controle openbaar en open voor veranderingen, net als vrije wetten, of de wetten van een vrije “gemeenschap” vrij zijn wanneer de controle erop openbaar is en openstaat voor veranderingen. Het doel van Stallman's vrije software gemeenschap is om zoveel mogelijk code openbaar te maken, en ook klaar voor veranderingen door het “vrij” te maken.
Het mechanisme wat hiervoor wordt gebruikt is de uiterst slimme “auteursplicht” (“copyleft”); aangebracht via een licentie met de naam GPL. De macht van het auteursrecht wordt gebruikt om zeker te stellen dat vrije software openbaar blijft en open voor veranderingen. Tegelijkertijd moet andere software die ervan is afgeleid (en dus telt als een “afgeleid werk” volgens het auteursrecht) zelf ook vrij zijn. Wanneer je vrije software gebruikt en veranderd, en deze veranderingen ook weer publiceert, dan moet die versie net zo vrij zijn als waar het van is afgeleid. Dat moet, anders is het een overtreding van de auteurswet.
Vrije software heeft, net als vrije gemeenschappen, zijn tegenstanders. Microsoft heeft de oorlog verklaard aan de GPL en vertelt aan iedereen die het weten wil dat de GPL een gevaarlijke licentie is. De gevaren die ze opnoemen echter, bestaan voornamelijk in de verbeelding. Anderen maken bezwaar tegen de “dwang” die de GPL oplegt waarbij gewijzigde versies ook vrij moeten zijn. Maar een voorwaarde is nog geen dwang. Wanneer het geen dwang is als Microsoft geen toestemming geeft gewijzigde versies van hun Office produkt te verspreiden zonder het betalen van (waarschijnlijk) miljoenen aan hun, dan is het ook geen dwang wanneer de GPL erop staat dat gewijzigde versies van zijn software ook vrij zijn.
En dan zijn er nog diegenen die de boodschap van Stallman te extreem vinden. Maar het is allesbehalve extreem. Inderdaad moge het duidelijk zijn dat het werk van Stallman een voortzetting is op de simpele traditie van vrijheden die ontstaan is in de wereld vóór de code. “Vrije software” verzekert ons ervan dat de wereld zoals deze nu door code wordt bepaald, net zo “vrij” zal zijn als de vanzelfsprekende vrijheid in de wereld vóór die code.
Bijvoorbeeld: Een “vrije maatschappij” wordt gereguleerd door wetgeving. Maar er zijn grenzen die een vrije maatschappij stelt aan de regulering via wetten: geen maatschappij die zijn wetten geheim houdt kan ooit vrij worden genoemd. Geen overheid die zijn wetten verborgen houdt voor de maatschappij past in onze traditie. De wet reguleert. Maar doet dit alleen goed wanneer het in alle openheid gebeurt. En er is alleen openheid wanneer de voorwaarden bekend en beïnvloedbaar zijn door degenen die het reguleert. Of door de vertegenwoordigers ervan (advocaten, gerechtsdienaren).
Deze voorwaarde waaraan de wet moet voldoen gaat verder dan de wetgevende macht. Denk daarbij aan hoe het er in de Amerikaanse rechtbank aan toe gaat. Advocaten worden door cliënten ingehuurd om hun belangen te verdedigen. Soms wordt dit belang gediend met het voeren van een rechtszaak. Tijdens zo'n rechtszaak schrijven advocaten pleidooien. Deze beïnvloeden op hun beurt de mening van rechters. Deze mening bepaald wie een rechtszaak wint, of dat een bepaalde wet op gespannen voet staat met de grondwet.
Alle materiaal binnen dit proces is vrij in de zin die Stallman bedoelt. Pleidooien zijn openbaar en iedereen kan er vrijelijk gebruik van maken. De argumenten zijn zichtbaar (wat niet betekent dat ze goed zijn) en een pleidooi mag men opnieuw gebruiken zonder toestemming te vragen aan de advocaat die hem bedacht. De resulterende meningen en uitspraken kan men weer in latere pleidooien gebruiken. Ze kunnen worden gekopiëerd en geïntegreerd in nieuwe pleidooien en uitspraken. De “broncode” van het Amerikaans recht is willens en wetens open en vrij voor iedereen om te gebruiken. En dat doen advocaten dan ook — want een goed pleidooi springt creatief om met eerdere gebeurtenissen. De bron is vrij; creativiteit en de economie bouwen er op voort.
Deze economie van vrije code (en ik bedoel hier de juridische code) veroordeelt advocaten niet tot de bedelstaf. Advocatenkantoren hebben genoeg inkomsten voor het maken van goede pleidooien, ook al maken ze gebruik van materiaal waar iedereen toegang toe heeft. De advocaat is een ambachtsman; zijn of haar produkt is openbaar. Maar het maken van pleidooien is geen liefdadigheid. Advocaten worden betaald; men eist niet dat dit soort werk gratis wordt gedaan. In plaats daarvan bloeit deze economie, waarbij later werk toe wordt gevoegd aan eerdere werken.
We zouden ons een ander soort rechtssysteem voor kunnen stellen — pleidooien en argumenten die geheim worden gehouden; gerechtelijke uitspraken die alleen het resultaat geven maar niet hoe men hiertoe gekomen is. Wetten die door de politie worden gehandhaafd maar verder aan niemand bekend worden gemaakt. Regulering die aktief is maar zonder uitleg van de spelregels.
We zouden ons een dergelijke maatschappij voor kunnen stellen maar we kunnen deze onmogelijk “vrij” noemen. Ook al zouden de middelen in een dergelijke maatschappij beter verdeeld zijn, zo'n maatschappij kun je niet vrij noemen. De idealen van vrijheid, van leven in een vrije gemeenschap, gaat om meer dan een efficiënte verdeling van middelen. Een rechtssysteem moet in plaats daarvan op openheid en transparantie worden gebouwd, niet met opties die de leiders goed uit komen. Het leven met software code zou niet minder moeten zijn.
Het schrijven van programma's is geen procesvoering. Het is beter, rijker, productiever. Maar het recht is een duidelijk voorbeeld over hoe creativiteit en beloning los staan van volledige controle over de gemaakte produkten. Net als jazz, literatuur en architectuur bouwt het recht voort op werk wat reeds eerder gedaan is. Dit toevoegen en veranderen is de essentie van creativiteit. En een vrije gemeenschap waakt ervoor dat juist zijn belangrijkste bronnen in die zin vrij blijven.
Voor het eerst is in dit boek het verzameld werk van Richard Stallman bijeengebracht op een manier die de kracht en subtiliteit ervan goed uit laat komen. De verhandelingen bestrijken een groot gebied. Van auteursrecht tot de geschiedenis van de vrije software beweging. Er staan veel minder bekende meningen in, met daartussen een zeer inzichtelijk stuk over hoe, door de veranderende omstandigheden, het auteursrecht in de digitale wereld verdacht is geworden. De verhalen zullen diegenen helpen die nieuwsgierig zijn naar de motivatie en gedachtegang van deze krachtige man — met krachtige ideeën, passie en integriteit ook al is hij machteloos op ieder ander gebied. Ze zullen een inspiratie zijn voor diegenen die het gedachtengoed een warm hart toedragen en men zal hierop verder bouwen.
Ik ken Stallman niet zo goed. Ik ken hem goed genoeg om te weten dat hij niet snel je sympathie zal winnen. Hij is gedreven, vaak ongeduldig. Hij kan kwaad uitvallen naar zowel vriend als vijand. Hij is compromisloos en vasthoudend; en geduldig in beide.
Maar wanneer onze wereld uiteindelijk de macht en het gevaar van code zal gaan inzien — wanneer men zich eindelijk realiseert dat code, net als wetten of openbaar bestuur, transparant moet zijn om echt vrij te zijn — dan zal men terugkijken op deze compromisloze en vasthoudende programmeur en de visie begrijpen waarvoor hij heeft gevochten: de visie van een wereld waarin vrijheid en wetenschap de compiler overleven. En we zullen inzien dat niemand zoveel heeft gedaan, in woord en daad, om de vrijheid van die toekomstige maatschappij te waarborgen.
We hebben deze vrijheid nog niet verdient. We zouden hierin nog wel eens kunnen falen. Maar of het ons lukt of niet, in deze verhandelingen wordt reeds een beeld geschetst van hoe het zou kunnen zijn. En uit dit leven en werk kan men inspiratie putten wanneer men, net als Stallman, wil vechten voor het behalen van deze vrijheid.
[*] Lawrence Lessig was toen Professor in de Rechten, Stanford Law School